donderdag 15 augustus 2013

Langs de oevers van de Rijn naar Koblenz



De Franse auteur Victor Hugo was zeer onder de indruk van de Rijn, getuige onderstaand fragment uit zijn brieven.
Le Rhin Vivant
Le Rhin réunit tout.
Le Rhin est rapide comme le Rhône,
large comme la Loire,
encaissé comme la Meuse,
tortueux comme la Seine,
limpide et vert comme la Somme,
historique comme le Tibre,
royal comme le Danube,
mystérieux comme le Nil,
pailleté d'or comme un fleuve d'Amérique,
couvert de fables et de fantômes comme un fleuve d'Asie.
Victor Hugo : Lettre XIV

Bij gebrek aan een Nederlandse vertaling hieronder een Duitse versie.
Lebendiger Rhein
"Der Rhein vereinigt Alles in sich.
Der Rhein ist rasch wie die Rhone,
breit wie die Loire,
eingeengt wie die Maas,
geschlängelt wie die Seine,
klar und grün wie die Somme,
historisch wie der Tiber,
königlich wie die Donau,
geheimnisvoll wie der Nil,
goldführend wie ein Strom Amerikas,
reich an Sagen und Geistern wie ein Fluss Asiens."
Victor Hugo, Rheinbrief XIV

In zijn lofzang zwijgt Hugo echter over de Moezel.
Van Koblenz, de stad waar de Moezel in de Rijn uitmondt, was hij ook niet onder de indruk, want deze had geen bibliotheek!...
Dit gemis is inmiddels ruimschoots verholpen met de Kulturbau Koblenz waarin ook de bibliotheek een prachtig onderkomen gevonden heeft.

Omdat we zelf het verschil tussen Rijn en Moezel wilden ervaren, zijn we vanaf Koblenz door het Moezeldal naar Trier gefietst.
Een tocht om lyrisch te worden en net als de dichter Jan Van Nijlen te bedenken:
"Gelukkig hij die aan de groene zomen
van een rivier zijn jonge jaren slijt."

zaterdag 27 april 2013

Een triest huis

In de reeks blogposts over huizen vandaag een wat triest gedicht:

Een huis hoort te zingen
maar ons huis zwijgt.
De ramen hangen scheef
in de gerimpelde kozijnen,
ze zijn beslagen, één veeg
en je ziet weer even
wat zien had kunnen zijn.
De deuren klemmen,
kieren, de klink
is al gesmolten, of verijst
en als ik in- of uitga
klaagt, kreunt het hout
zoals een vastgebonden dier
dat nauwte niet meer uithoudt.

Judith Herzberg:
Klaagliedjes
De Harmonie, 2011

zaterdag 13 april 2013

Nieuwe buren; een gastblog

In de gastblogs van Els en Joke werden de herinneringen aan hun ouderlijk huis beschreven.
De gastblogger van vandaag haalt herinneringen op aan de eerste ontmoeting met de nieuwe bewoners van huize Woellust, de vroegere directeurswoning van dakpannenfabriek van Oordt.De villa is vernoemd naar de vroegere buitenplaats Woellust



cc Groene Hart Archieven

Mijn vader werkte bij dakpannenfabriek van Oordt als stoker en kolenlosser, maar ook als pannenperser. Omdat we een groot gezin hadden, reed pa wel eens een extra ritje bij firma H. van der Meent te Alphen a/d Rijn. Vaak was dat op een zaterdag en omdat het een lange rit was, mocht er een van de kinderen mee.
Dit keer was ik aan de beurt. Ik zat voor in die grote vrachtwagen en keek mijn ogen uit.
Als ik zo naast mijn vader in de cabine zat, wilde ik natuurlijk ook vrachtwagenchauffeur worden.
Draaien aan het grote stuur en schakelen: in gedachten zag ik het al helemaal voor me.

Zo gingen pa en ik op een dag naar Goor om een vracht dakpannen te bezorgen bij de firma Jalink. Op de terugweg gingen we in Delden een uitsmijter eten en iets drinken.
Daarna reden we richting Utrecht om een familie op te halen.
Ik hoorde van pa, dat dit de familie was, die in het grote huis bij 's Molenaarsbrug ging wonen.
"Goh, dat is vlak bij ons. Misschien hebben ze wel kinderen, dan kunnen we samen spelen."

Na een paar uur rijden kwamen we bij het adres aan.
De vrachtwagen werd met de meubels volgeladen. "Wat hebben die mensen veel spullen zeg." Maar alles paste in de laadbak.
Er waren vier kinderen, drie meisjes en een jongen. De jongen was net zo oud als ik en we kletsten wat af.
Toen alles op de vrachtwagen stond, gingen we weer terug naar Alphen aan den Rijn.
Mijn vader kroop achter het stuur, met naast hem de bijrijder. Wij kinderen zaten tussen de spullen in de open laadbak onder het dekzeil.
Meneer en mevrouw reden met hun eigen volgepakte auto achter ons aan.

De terugrit was veel te kort. Er was zo veel te vertellen over de nieuwe buurt, de nieuwe school en het nieuwe huis.Inmiddels waren de namen van de kinderen bekend: Anke,Gerhard en de tweeling Willemien en Constance.

In Alphen aangekomen werd de vrachtwagen gelost. Alles ging het huis in.
Zo kwam de familie Nauta in huize "Woellust" wonen. De heer Nauta was de nieuwe directeur van dakpannenfabriek Van Oordt.

Vaak speelde ik bij Gerhard met zijn "Thunderbirds", een verzameling waarvan ik alleen kon dromen.

© R. Hoogervegt.










zaterdag 6 april 2013

Een zeer zeer zeer fijn huis

De Windroosreeks, ruim 50 jaar geleden opgericht door Ad den Besten, heeft altijd aan jonge, onbekende dichters een podium willen bieden. Verschillende dichters,die inmiddels wel tot de klassieken gerekend mogen worden, hebben bij de Windroos gedebuteerd. Onder hen o.a. Hans Andreus, Remco Campert, Guillaume van der Graft, Gerrit Kouwenaar, Huub Oosterhuis, Nico Scheepmaker, Simon Vinkenoog en Micha de Vreede.
In de bundel:
Voor een dag van morgen : de allermooiste gedichten uit De Windroos 1960-2006 ontdekte ik onderstaand gedicht van Charlotte Scholten.
Het past wel in de reeks blogposts over wonen.

Een zeer zeer zeer fijn huis

Ruik maar heel licht
In de zolderkamer.
Tussenwanden weggebroken
- Aardige aannemer wel -
Hij ving wat muizen
En vond een verdroogde kikker.
- Die giet ik in goud
De vorm bleef behouden -
Alle ruimte voor
Pingpongtafels en een
Modelspoorlijn - geen kasten meer.

Je kent het niet
Meer terug - de trap draait linksom
En de deuren zijn van zilver.
Ik poets ze elke dag.
In de kamer heb ik
Gras gezaaid, dat staat zo fris.
Een keuken heb ik niet.
Ik leef al maanden
Van de wind.
© Charlotte Scholten.
Url naar bron

zaterdag 30 maart 2013

1 tekening, 5 huizen, ontelbare herinneringen; een gastblog

Enthousiast geworden door het project "Elk huis zijn verhaal" hebben 2 collega's hun herinneringen aan het ouderlijk huis opgeschreven. De bijdrage van collega Els is hier op 9 maart gepubliceerd.

De bijdrage van vandaag is afkomstig van Joke. Zij liet zich inspireren door een pentekening.



© J. Windhorst
Deze tekening is gemaakt door meneer J. Windhorst, voormalig directeur van de SNS bank in Woubrugge. In zijn vrije tijd tekende en schilderde hij. Ik vroeg hem of hij voor ons ook een tekening wilde maken, maar dan van vijf huizen die voor zo ons veel betekenen. 'Jazeker. Breng maar foto's en ik zal zien wat ik kan doen'.
En dit is het resultaat geworden.

Ik begin links bovenaan bij de Comriekade: mijn ouders, Leendert Dirk Rodenburg en Maria Adriana Roosemalen trouwden in 1951. Na eerst ingewoond te hebben bij de moeder van mijn vader gingen ze in dit huis wonen. Het was een rijtje van vier huizen. In het eerste huis woonde de fam. G. van Oostende, in het tweede huis woonden mijn ouders, het derde huis stond leeg en in het vierde huis woonde de fam. B. Kinkel. De ouders van mijn vader, Cornelis Rodenburg en zijn vrouw Johanna van Berkel hebben in hetzelfde huis gewoond. De broer van mijn vader, Koos Rodenburg, is in 1933 in het huis geboren. Onze vader en moeder hebben bijna twaalf jaar in dit huis gewoond. In 1962 werd het huis onbewoonbaar verklaard, dus er moest verhuisd worden. Gelukkig werden er op dat moment nieuwe huizen gebouwd in Woubrugge en zo kregen ze een heel nieuw huis met een douche in de H. de Boerstraat. Met vijf kinderen was dat een grote verbetering. Moeder was erg blij met het nieuwe huis. Alleen het verhuizen, daar zag ze tegenop. Alle herinneringen achterlaten, dat was iets te veel. Op het moment dat iedereen klaar stond, zei moeder heel kordaat: "Gaan jullie maar. Ik ga niet mee." Wij kinderen begonnen te huilen, want moeder achterlaten dat kon toch niet. Pa pakte de handkar met de laatste spullen en zei:"Ga maar met mij mee. Mama komt later wel" En voordat het avond was, stond moeder in haar nieuwe keuken voor ons te koken.
Van de verhuizing zelf weet ik niet zo veel. Alleen dat het erg koud was. Het was januari 1963. Er waren nog geen straten en wegen. Die kwamen pas in het voorjaar toen het ijs weg was. Zo verhuisden we naar de H. de Boerstraat nummer 28. Dit is het tweede huis links op de foto.
Met veel plezier heb ik in de H.de Boerstraat gewoond. Er woonden in die tijd totaal 100 kinderen in de straat, dus er was altijd wel iemand om mee te spelen. Na de lagere school gingen mijn oudere broers één voor één naar Leiden naar school op de fiets. Ik ging als hekkensluiter naar Alphen aan den Rijn naar de Christelijke Nijverheidsschool. In 1975 trouwde mijn oudste broer en daarna liep het huis leeg. De kinderen gingen elders wonen, maar kwamen altijd graag terug op "honk". Mijn vader heeft 30 jaar in het huis gewoond en mijn moeder 47 jaar.

In 1944 trouwde Willem Hoogervegt, zoon van Arie Hoogervegt en Aaltje Koetsier, met Mina Anna Wit, dochter van Gerrit Wit en Cornelia Hoogenes. Omdat het toen nog oorlogstijd was en er woningnood heerste, trokken ze bij de moeder van de bruid in. Het huis stond aan de Vrouwgeestweg nummer 40. Een rijtje van drie huizen: in het eerste huis woonde de weduwe Wit, in het tweede huis de fam. R. Roosemalen en in het derde huis de fam. C. Rodenburg. Het toeval wil dat de beide buren van de fam. Wit familie zijn van mijn ouders.
In 1959 is de familie Hoogervegt verhuisd naar Alphen aan den Rijn, Oudshoornseweg 152. Een kleine woning in een rijtje van vier, waarin ze met z'n negenen woonden. Mijn man was toen 2 jaar oud. Een paar jaar later kwam het eerste huis van het rijtje leeg, nl. het huis van de fam. v. Wieringen. De ouders van mijn man kregen de kans om te verhuizen naar de Oudshoornseweg 150. Dit huis was veel groter dan het eerste huis. Het moest verbouwd worden, dus het werd gestript en opnieuw ingedeeld. Zo werden er boven 5 slaapkamers gemaakt. In de huiskamer was een grote inloopkast waarin alle levensmiddelen werden bewaard. Later stond hier ook een grote koelkast. De kast werd door het gezin het "spookravijn"genoemd ,omdat altijd onverwachts de deur openging. Waar dit door kwam is altijd een raadsel gebleven... De voorkamer was vroeger een winkeltje. Wanneer het gebouwd is, weet ik niet. In 1999 zijn de ouders van mijn man verhuisd naar Langewerk in Alphen aan den Rijn. Het oude huis is afgebroken en er staan nu twee grote huizen op die plaats.

Het middelste huis op de tekening is ons huis waar we nu nog steeds met veel plezier in wonen. Het is in 1982 gebouwd door de Firma Vink en Veenman en in april 1983 zijn wij er gaan wonen.
Voordat deze wijk is gebouwd was het allemaal weiland, eigendom van de fam. Verboom.
Dit jaar wonen we alweer 30 jaar in dit huis. Er zijn twee leuke jongens in geboren en ze hebben het ouderlijk huis ook alweer verlaten. De oudste is het dorp trouw gebleven, de jongste is verhuisd naar Alphen aan den Rijn.
© J. Hoogervegt

zaterdag 23 maart 2013

Straks een verhaal, maar nu eerst een gedicht over de Ridderbuurt

Ridderbuurt
ccMartijn v.d.S.


Op internet is al veel informatie beschikbaar over de Ridderbuurt.
Daar komt nog meer bij als een van de bewoners van de Ridderbuurt deel neemt aan het project Elk huis zijn verhaal.
In afwachting daarvan alvast een gedicht. Het is afkomstig uit het al eerder genoemde boekje De Ridderbuurt van voor- tot achterend (ISBN 9789090224440-4)
Ode aan de Ridderbuurt
Goeie ouwe Ridderbuurt,
daar waar ik ben geboren.
Wat ben ik blij
iets van je te horen.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met zijn huidige bewoners,
die ons even
oude tijden laten herbeleven.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met z'n fietsenmaker en de bakker
en 1 telefoon!!

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met je vriendschap en je roddels
Je saamhorigheid, verboden liefdes,
je vele onderduikers, de Peperbus,
Draaibrug en de Ka.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
wat lig je me nog na......!
© Mien van der Weijden -Straathof (2005)

zaterdag 16 maart 2013

De Ridderbuurt van voor- tot achterend.


Kaboutertuin in de Ridderbuurt (via Google street view.)

De Ridderbuurt was ooit een dijk door een plassengebied.
De plas aan de noordkant van de Ridderbuurt werd drooggelegd tussen 1736-1744 en werd Vierambachtspolder.
's Lands Welvaren
was een van de eerst gebouwde boerderijen in deze polder. Tot omstreeks 1815 was het tevens een herberg en uitspanning.
Het poldergedeelte ten zuiden van de Ridderbuurt, richting Alphen aan den Rijn, werd nog enige tijd apart beheerd en kwam daarna bij de Ridderbuurt.

De geschiedenis van deze bijzondere straat en haar bewoners wordt beschreven in het in 2007 verschenen boekje De Ridderbuurt : van voor- tot achterend
Het is nog steeds verkrijgbaar.
Al bladerend ontdekte ik dat er ook een website is.
Boek en website vullen elkaar prachtig aan.

Vermoedelijk neemt een van de bewoners van de Ridderbuurt deel aan het project
Elk huis zijn verhaal.
Ik ben benieuwd naar het resultaat.