donderdag 15 augustus 2013

Langs de oevers van de Rijn naar Koblenz



De Franse auteur Victor Hugo was zeer onder de indruk van de Rijn, getuige onderstaand fragment uit zijn brieven.
Le Rhin Vivant
Le Rhin réunit tout.
Le Rhin est rapide comme le Rhône,
large comme la Loire,
encaissé comme la Meuse,
tortueux comme la Seine,
limpide et vert comme la Somme,
historique comme le Tibre,
royal comme le Danube,
mystérieux comme le Nil,
pailleté d'or comme un fleuve d'Amérique,
couvert de fables et de fantômes comme un fleuve d'Asie.
Victor Hugo : Lettre XIV

Bij gebrek aan een Nederlandse vertaling hieronder een Duitse versie.
Lebendiger Rhein
"Der Rhein vereinigt Alles in sich.
Der Rhein ist rasch wie die Rhone,
breit wie die Loire,
eingeengt wie die Maas,
geschlängelt wie die Seine,
klar und grün wie die Somme,
historisch wie der Tiber,
königlich wie die Donau,
geheimnisvoll wie der Nil,
goldführend wie ein Strom Amerikas,
reich an Sagen und Geistern wie ein Fluss Asiens."
Victor Hugo, Rheinbrief XIV

In zijn lofzang zwijgt Hugo echter over de Moezel.
Van Koblenz, de stad waar de Moezel in de Rijn uitmondt, was hij ook niet onder de indruk, want deze had geen bibliotheek!...
Dit gemis is inmiddels ruimschoots verholpen met de Kulturbau Koblenz waarin ook de bibliotheek een prachtig onderkomen gevonden heeft.

Omdat we zelf het verschil tussen Rijn en Moezel wilden ervaren, zijn we vanaf Koblenz door het Moezeldal naar Trier gefietst.
Een tocht om lyrisch te worden en net als de dichter Jan Van Nijlen te bedenken:
"Gelukkig hij die aan de groene zomen
van een rivier zijn jonge jaren slijt."

zaterdag 27 april 2013

Een triest huis

In de reeks blogposts over huizen vandaag een wat triest gedicht:

Een huis hoort te zingen
maar ons huis zwijgt.
De ramen hangen scheef
in de gerimpelde kozijnen,
ze zijn beslagen, één veeg
en je ziet weer even
wat zien had kunnen zijn.
De deuren klemmen,
kieren, de klink
is al gesmolten, of verijst
en als ik in- of uitga
klaagt, kreunt het hout
zoals een vastgebonden dier
dat nauwte niet meer uithoudt.

Judith Herzberg:
Klaagliedjes
De Harmonie, 2011

zaterdag 13 april 2013

Nieuwe buren; een gastblog

In de gastblogs van Els en Joke werden de herinneringen aan hun ouderlijk huis beschreven.
De gastblogger van vandaag haalt herinneringen op aan de eerste ontmoeting met de nieuwe bewoners van huize Woellust, de vroegere directeurswoning van dakpannenfabriek van Oordt.De villa is vernoemd naar de vroegere buitenplaats Woellust



cc Groene Hart Archieven

Mijn vader werkte bij dakpannenfabriek van Oordt als stoker en kolenlosser, maar ook als pannenperser. Omdat we een groot gezin hadden, reed pa wel eens een extra ritje bij firma H. van der Meent te Alphen a/d Rijn. Vaak was dat op een zaterdag en omdat het een lange rit was, mocht er een van de kinderen mee.
Dit keer was ik aan de beurt. Ik zat voor in die grote vrachtwagen en keek mijn ogen uit.
Als ik zo naast mijn vader in de cabine zat, wilde ik natuurlijk ook vrachtwagenchauffeur worden.
Draaien aan het grote stuur en schakelen: in gedachten zag ik het al helemaal voor me.

Zo gingen pa en ik op een dag naar Goor om een vracht dakpannen te bezorgen bij de firma Jalink. Op de terugweg gingen we in Delden een uitsmijter eten en iets drinken.
Daarna reden we richting Utrecht om een familie op te halen.
Ik hoorde van pa, dat dit de familie was, die in het grote huis bij 's Molenaarsbrug ging wonen.
"Goh, dat is vlak bij ons. Misschien hebben ze wel kinderen, dan kunnen we samen spelen."

Na een paar uur rijden kwamen we bij het adres aan.
De vrachtwagen werd met de meubels volgeladen. "Wat hebben die mensen veel spullen zeg." Maar alles paste in de laadbak.
Er waren vier kinderen, drie meisjes en een jongen. De jongen was net zo oud als ik en we kletsten wat af.
Toen alles op de vrachtwagen stond, gingen we weer terug naar Alphen aan den Rijn.
Mijn vader kroop achter het stuur, met naast hem de bijrijder. Wij kinderen zaten tussen de spullen in de open laadbak onder het dekzeil.
Meneer en mevrouw reden met hun eigen volgepakte auto achter ons aan.

De terugrit was veel te kort. Er was zo veel te vertellen over de nieuwe buurt, de nieuwe school en het nieuwe huis.Inmiddels waren de namen van de kinderen bekend: Anke,Gerhard en de tweeling Willemien en Constance.

In Alphen aangekomen werd de vrachtwagen gelost. Alles ging het huis in.
Zo kwam de familie Nauta in huize "Woellust" wonen. De heer Nauta was de nieuwe directeur van dakpannenfabriek Van Oordt.

Vaak speelde ik bij Gerhard met zijn "Thunderbirds", een verzameling waarvan ik alleen kon dromen.

© R. Hoogervegt.










zaterdag 6 april 2013

Een zeer zeer zeer fijn huis

De Windroosreeks, ruim 50 jaar geleden opgericht door Ad den Besten, heeft altijd aan jonge, onbekende dichters een podium willen bieden. Verschillende dichters,die inmiddels wel tot de klassieken gerekend mogen worden, hebben bij de Windroos gedebuteerd. Onder hen o.a. Hans Andreus, Remco Campert, Guillaume van der Graft, Gerrit Kouwenaar, Huub Oosterhuis, Nico Scheepmaker, Simon Vinkenoog en Micha de Vreede.
In de bundel:
Voor een dag van morgen : de allermooiste gedichten uit De Windroos 1960-2006 ontdekte ik onderstaand gedicht van Charlotte Scholten.
Het past wel in de reeks blogposts over wonen.

Een zeer zeer zeer fijn huis

Ruik maar heel licht
In de zolderkamer.
Tussenwanden weggebroken
- Aardige aannemer wel -
Hij ving wat muizen
En vond een verdroogde kikker.
- Die giet ik in goud
De vorm bleef behouden -
Alle ruimte voor
Pingpongtafels en een
Modelspoorlijn - geen kasten meer.

Je kent het niet
Meer terug - de trap draait linksom
En de deuren zijn van zilver.
Ik poets ze elke dag.
In de kamer heb ik
Gras gezaaid, dat staat zo fris.
Een keuken heb ik niet.
Ik leef al maanden
Van de wind.
© Charlotte Scholten.
Url naar bron

zaterdag 30 maart 2013

1 tekening, 5 huizen, ontelbare herinneringen; een gastblog

Enthousiast geworden door het project "Elk huis zijn verhaal" hebben 2 collega's hun herinneringen aan het ouderlijk huis opgeschreven. De bijdrage van collega Els is hier op 9 maart gepubliceerd.

De bijdrage van vandaag is afkomstig van Joke. Zij liet zich inspireren door een pentekening.



© J. Windhorst
Deze tekening is gemaakt door meneer J. Windhorst, voormalig directeur van de SNS bank in Woubrugge. In zijn vrije tijd tekende en schilderde hij. Ik vroeg hem of hij voor ons ook een tekening wilde maken, maar dan van vijf huizen die voor zo ons veel betekenen. 'Jazeker. Breng maar foto's en ik zal zien wat ik kan doen'.
En dit is het resultaat geworden.

Ik begin links bovenaan bij de Comriekade: mijn ouders, Leendert Dirk Rodenburg en Maria Adriana Roosemalen trouwden in 1951. Na eerst ingewoond te hebben bij de moeder van mijn vader gingen ze in dit huis wonen. Het was een rijtje van vier huizen. In het eerste huis woonde de fam. G. van Oostende, in het tweede huis woonden mijn ouders, het derde huis stond leeg en in het vierde huis woonde de fam. B. Kinkel. De ouders van mijn vader, Cornelis Rodenburg en zijn vrouw Johanna van Berkel hebben in hetzelfde huis gewoond. De broer van mijn vader, Koos Rodenburg, is in 1933 in het huis geboren. Onze vader en moeder hebben bijna twaalf jaar in dit huis gewoond. In 1962 werd het huis onbewoonbaar verklaard, dus er moest verhuisd worden. Gelukkig werden er op dat moment nieuwe huizen gebouwd in Woubrugge en zo kregen ze een heel nieuw huis met een douche in de H. de Boerstraat. Met vijf kinderen was dat een grote verbetering. Moeder was erg blij met het nieuwe huis. Alleen het verhuizen, daar zag ze tegenop. Alle herinneringen achterlaten, dat was iets te veel. Op het moment dat iedereen klaar stond, zei moeder heel kordaat: "Gaan jullie maar. Ik ga niet mee." Wij kinderen begonnen te huilen, want moeder achterlaten dat kon toch niet. Pa pakte de handkar met de laatste spullen en zei:"Ga maar met mij mee. Mama komt later wel" En voordat het avond was, stond moeder in haar nieuwe keuken voor ons te koken.
Van de verhuizing zelf weet ik niet zo veel. Alleen dat het erg koud was. Het was januari 1963. Er waren nog geen straten en wegen. Die kwamen pas in het voorjaar toen het ijs weg was. Zo verhuisden we naar de H. de Boerstraat nummer 28. Dit is het tweede huis links op de foto.
Met veel plezier heb ik in de H.de Boerstraat gewoond. Er woonden in die tijd totaal 100 kinderen in de straat, dus er was altijd wel iemand om mee te spelen. Na de lagere school gingen mijn oudere broers één voor één naar Leiden naar school op de fiets. Ik ging als hekkensluiter naar Alphen aan den Rijn naar de Christelijke Nijverheidsschool. In 1975 trouwde mijn oudste broer en daarna liep het huis leeg. De kinderen gingen elders wonen, maar kwamen altijd graag terug op "honk". Mijn vader heeft 30 jaar in het huis gewoond en mijn moeder 47 jaar.

In 1944 trouwde Willem Hoogervegt, zoon van Arie Hoogervegt en Aaltje Koetsier, met Mina Anna Wit, dochter van Gerrit Wit en Cornelia Hoogenes. Omdat het toen nog oorlogstijd was en er woningnood heerste, trokken ze bij de moeder van de bruid in. Het huis stond aan de Vrouwgeestweg nummer 40. Een rijtje van drie huizen: in het eerste huis woonde de weduwe Wit, in het tweede huis de fam. R. Roosemalen en in het derde huis de fam. C. Rodenburg. Het toeval wil dat de beide buren van de fam. Wit familie zijn van mijn ouders.
In 1959 is de familie Hoogervegt verhuisd naar Alphen aan den Rijn, Oudshoornseweg 152. Een kleine woning in een rijtje van vier, waarin ze met z'n negenen woonden. Mijn man was toen 2 jaar oud. Een paar jaar later kwam het eerste huis van het rijtje leeg, nl. het huis van de fam. v. Wieringen. De ouders van mijn man kregen de kans om te verhuizen naar de Oudshoornseweg 150. Dit huis was veel groter dan het eerste huis. Het moest verbouwd worden, dus het werd gestript en opnieuw ingedeeld. Zo werden er boven 5 slaapkamers gemaakt. In de huiskamer was een grote inloopkast waarin alle levensmiddelen werden bewaard. Later stond hier ook een grote koelkast. De kast werd door het gezin het "spookravijn"genoemd ,omdat altijd onverwachts de deur openging. Waar dit door kwam is altijd een raadsel gebleven... De voorkamer was vroeger een winkeltje. Wanneer het gebouwd is, weet ik niet. In 1999 zijn de ouders van mijn man verhuisd naar Langewerk in Alphen aan den Rijn. Het oude huis is afgebroken en er staan nu twee grote huizen op die plaats.

Het middelste huis op de tekening is ons huis waar we nu nog steeds met veel plezier in wonen. Het is in 1982 gebouwd door de Firma Vink en Veenman en in april 1983 zijn wij er gaan wonen.
Voordat deze wijk is gebouwd was het allemaal weiland, eigendom van de fam. Verboom.
Dit jaar wonen we alweer 30 jaar in dit huis. Er zijn twee leuke jongens in geboren en ze hebben het ouderlijk huis ook alweer verlaten. De oudste is het dorp trouw gebleven, de jongste is verhuisd naar Alphen aan den Rijn.
© J. Hoogervegt

zaterdag 23 maart 2013

Straks een verhaal, maar nu eerst een gedicht over de Ridderbuurt

Ridderbuurt
ccMartijn v.d.S.


Op internet is al veel informatie beschikbaar over de Ridderbuurt.
Daar komt nog meer bij als een van de bewoners van de Ridderbuurt deel neemt aan het project Elk huis zijn verhaal.
In afwachting daarvan alvast een gedicht. Het is afkomstig uit het al eerder genoemde boekje De Ridderbuurt van voor- tot achterend (ISBN 9789090224440-4)
Ode aan de Ridderbuurt
Goeie ouwe Ridderbuurt,
daar waar ik ben geboren.
Wat ben ik blij
iets van je te horen.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met zijn huidige bewoners,
die ons even
oude tijden laten herbeleven.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met z'n fietsenmaker en de bakker
en 1 telefoon!!

Goeie ouwe Ridderbuurt,
met je vriendschap en je roddels
Je saamhorigheid, verboden liefdes,
je vele onderduikers, de Peperbus,
Draaibrug en de Ka.

Goeie ouwe Ridderbuurt,
wat lig je me nog na......!
© Mien van der Weijden -Straathof (2005)

zaterdag 16 maart 2013

De Ridderbuurt van voor- tot achterend.


Kaboutertuin in de Ridderbuurt (via Google street view.)

De Ridderbuurt was ooit een dijk door een plassengebied.
De plas aan de noordkant van de Ridderbuurt werd drooggelegd tussen 1736-1744 en werd Vierambachtspolder.
's Lands Welvaren
was een van de eerst gebouwde boerderijen in deze polder. Tot omstreeks 1815 was het tevens een herberg en uitspanning.
Het poldergedeelte ten zuiden van de Ridderbuurt, richting Alphen aan den Rijn, werd nog enige tijd apart beheerd en kwam daarna bij de Ridderbuurt.

De geschiedenis van deze bijzondere straat en haar bewoners wordt beschreven in het in 2007 verschenen boekje De Ridderbuurt : van voor- tot achterend
Het is nog steeds verkrijgbaar.
Al bladerend ontdekte ik dat er ook een website is.
Boek en website vullen elkaar prachtig aan.

Vermoedelijk neemt een van de bewoners van de Ridderbuurt deel aan het project
Elk huis zijn verhaal.
Ik ben benieuwd naar het resultaat.

zaterdag 9 maart 2013

Van Boskoop naar Alphen en weer terug: een gastblog

Enthousiast geworden door het project "Elk huis zijn verhaal" hebben 2 collega's hun herinneringen aan het ouderlijk huis opgeschreven.
Het zijn heel persoonlijke verhalen geworden, die de moeite waard zijn om te delen. Misschien kunnen ze in de toekomst gebruikt worden om het project levend te houden of er een vervolg aan te geven.
Vooruitlopend daarop heb ik toestemming gevraagd (en gekregen) om ze op mijn blog te mogen publiceren.
Vandaag de bijdrage van gastblogger Els.
Een pentekening van het huis waarover ze schrijft, is te bewonderen op pag. 73 van het boek Met pen getekend van A. van Triest.




Van Boskoop naar Alphen en weer terug.

Toen ik 11 jaar was verhuisden we van Boskoop naar Alphen aan den Rijn en dat heeft me heel wat tranen gekost. In Boskoop woonden we in een levendige straat, waar op zomeravonden iedereen buiten was. Mijn grote broers speelden met hun bandje als een soort voorlopers van The Beatles op het platte dak van de overburen, wij kinderen deden verstoppertje en busjetrap. En lag je eenmaal in je bed dan hoorde je de volwassenen geruststellend buiten met elkaar kletsen. In Alphen betrokken we een van de drie brugwachterswoningen aan een toentertijd zeer landelijk weggetje: de Westgouweweg in Gouwsluis.
Het was een fijn huis, gebouwd in de dertiger jaren, maar wat was het er stil en wat had ik een heimwee naar die gezellige straat in Boskoop.
Voor mijn vader was het fijn, hij kon lopend naar zijn werk. Hij was weliswaar geen brugwachter, maar gaarder in het kantoortje (inmiddels omgebouwd tot woonhuis), dat zich op zo’n 100 meter van ons huis bevond. Schepen, die richting Gouda voeren, moesten daar in de jaren 60 nog aanleggen en tol betalen. Als kind dacht ik dan ook altijd dat het beroep van mijn vader tollenaar was.
Langzamerhand wende ik daar in Gouwsluis en Alphen was eigenlijk om te wonen zo gek nog niet. Er waren middelbare scholen, er was een bibliotheek en voor de deur het zwembad ofwel de Gouwe. Toen mijn ouders zeven jaar later weer terug naar Boskoop verhuisden ging ik mee met pijn in mijn hart en nu met heimwee naar Alphen.
Ik woon nog steeds in Boskoop, maar ach binnen een jaar weer in gemeente Alphen aan den Rijn.

© tekst en foto:E. Bouthoorn

zaterdag 2 maart 2013

De trasbuurt in Alphen aan den Rijn


villa Tras(gebouwd op de fundamenten van de trasmolen) via Google streetview


Tras was in het midden van de 18e eeuw een veelgevraagde bouwstof. Steeds meer houten huizen werden vervangen door stenen huizen. Tras was een soort metselspecie, bestaande uit gemalen tufsteen gemengd met vette kalk en kan beschouwd worden als de voorloper van het huidige cement.
De inmiddels gesloopte Alphense trasmolen de Eendracht (in de Raadhuisstraat) werd aanvankelijk als houtzaagmolen gebouwd (in 1645). Om aan de vraag naar tras te voldoen werd deze in 1742 omgebouwd tot trasmolen.
In 1912 werd de molen aangekocht door de Oudshoornse industrieel J.W.O. Clant van de N.V. Schelp-kalkbranderij v/h J.W. Clint. De heer Clant startte hier een kalkblusserij. De omgeving van dit complex wordt door (heel) oude Alphenaren nog steeds de Trasbuurt genoemd.

Bovenstaande informatie is te vinden in Op pad in... Rijnstroom en Beerendrecht
In dit vlot geschreven boek wordt samen met de plaatselijke historicus Jan van Zwieten teruggekeken op de historie van Alphen.

En om verwarring te voorkomen:
Trasmolen de Eendracht is een andere molen dan korenmolen de Eendracht aan de Gouwsluisseweg 46

zondag 24 februari 2013

Straks elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een citaat

De afgelopen 14 dagen was hier dagelijks een gedicht te lezen als opwarmertje voor de startbijeenkomst van Elk huis zijn verhaal.
De opkomst op 21 februari was boven verwachting. Veel aanwezigen hebben besloten in april de workshops te volgen en vervolgens onderzoek te doen naar de geschiedenis van hun huis.
Alle resultaten worden verzameld op een projectpagina van Groene Hart archieven. Deelnemers kunnen hier zelf hun verhaal plaatsen.
Het resultaat van onderzoek naar een woning aan het Zuideinde 10 en een boerderij/herenhuis aan het Zuideinde 12 in Aarlanderveen kan al bekeken worden.

In Schoonhoven was eerder een vergelijkbaar project.
Dat heeft leuke persoonlijke verhalen opgeleverd.

De komende weken zal ik met enige regelmaat op dit blog berichten plaatsen, die op de een of andere manier een relatie hebben met Elk huis zijn verhaal.
Vandaag een citaat uit het boek Op pad in... Rijnstroom en Beerendrecht
Dadendrang en fraaie woorden maken de geschiedenis,
doch alleen een groot man kan haar schrijven,
want hij weet dat zelfs inkt die door de tijd is verbleekt,
sterker is dan het fraaist gesproken woord.
C.H.D (=C.H. Dinkelaar?)

donderdag 21 februari 2013

Vanavond: Elk huis zijn verhaal















Vanavond is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Als opwarmertje was hier de afgelopen 14 dagen elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

De reeks wordt afgesloten met een gedicht van Neeltje Maria Min.
Het huis herinnert zich mij
Het huis herinnert zich mij.
Hier heb ik lopen geleerd.
In deze kamer begon
de aanloop die eindigde in
een ontzettende sprong.

Hier is de keuken ontdaan
van gestapelde vaat en gerei.
Bij deze kraan waste ik mij.
Stram van ouderdom staan
tafel en stoel in hun recht.
Mat en zeil zijn al lang
aan elkaar gehecht.

De trap naar de zolder leeft op
als ik mijn voet erop zet.
Behaaglijk kraakt elke tree:
naar boven m'n kind en naar bed.

En het bed, eens zo groot als een boot
waar ik mij stuurman op wist,
is nu zo groot als het is:
een deken of aardappelkist.
De golvende zee van destijds:
een gebeitste vloer, 3 x 5.
Op planken gerangschikt verdraagt
speelgoed van vroeger
dat er geen kind meer naar vraagt.

Terug beneden besluipt
het verleden mij. Op de gang
haalt het mij onderuit.
Kruipend bereik ik het honk.
Het is donker. De kachel is uit.
Het huis is zijn kamers de baas.

Wat is geweest ben ik kwijt:
volgorde, samenhang, plaats.
Alles waarop ik vannacht
op mijn tocht ben gestuit
bracht mij verder van huis.
Hoe langer ik terugkijk hoe
strakker de knoop van de tijd.

© Neeltje Maria Min
uit: 'Kindsbeen', 1995.
URL naar bron.

woensdag 20 februari 2013

Morgen: Elk huis zijn verhaal


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.
Vandaag is de keuze gevallen op J. Bernlef.. Een Engelse vertaling van dit gedicht is van de hand van Marla Jacobs
Huis met twee gezinnen.
"En dit is nu mijn geboortehuis! ”
Te luid gesproken maar mijn vinger
wijst al de tuin in waar een roller
zwijgt en gras opstijgt geurend het verleden in.
Dat was het tenminste. Een man met ellebogen
staart mij aan. Achter hem een flets
gezin in luidgebloemde stoelen
achter mij zwijgend het mijne.
Een huis. Wederom wijs ik maar
nu maar zo'n beetje: daar
achter dat raam werd ik even
geboren (mijn stem al vergelend
terwijl ik hem spreek).
Alsof plotseling winter gaan zij
naar binnen, deur op de klink,
Zij hebben gelijk.
Een huis is bijna een huid, alleen
voor intiem en geurend gebruik.
Ruiken jullie iets, vraag ik
met mijn mond. Waar doet dit je aan den ken?
Aan niets, aan niets, antwoorden zij
eenstemmig vrolijk, eenzaam en gezond
© Bernlef
URL naar bron.

dinsdag 19 februari 2013

Overmorgen: Elk huis zijn verhaal

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een vers van Tjoke, een dichter, die bij mijn weten uitsluitend op internet gepubliceerd heeft:
een oud huis

een kakkerlak proeft het vermolmde
hout, woont tussen muffe splinters,
weigert zijn sterke schild te buigen,
en reikt naar gezeefd, groenig licht
met zijn lange sprieten, verlangt

de verf is afgebladderd, roestige
vlekken verraden gebrekkig onderhoud,
een scherpe geur doordesemt dit
oude, verlaten huis en besmeurt
het behang met groezelige vlekken

klimop woekert langs de muren,
salpeter kristallen glinsteren,
ze getuigen van lang vergane glorie
langs de kalkstenen zuilen,
met hun trotse kapitelen

het is geen verrassing dat kraaien,
in zwart en slordig verenpak,
hun roestend, scherp geluid
laten krassen, hol en eenzaam,
door dit oude huis

© Tjoke (internetgedichten)
URL van bron

maandag 18 februari 2013

Over 3 dagen: Elk huis zijn verhaal

©


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van Han Hoekstra over een straat waar ik met veel plezier gewoond heb.
De kinderen uit de Rozenstraat

De kinderen uit de Rozenstraat
hebben altijd vuile handen,
ze hebben meestal een gat in hun mouw,
en ongepoetste tanden.

De kinderen uit de Rozenstraat
hebben altijd slordige haren,
ze hebben vaak een splinter in hun hand,
en builen, bulten en blaren.

De kinderen uit de Rozenstraat
lopen meest op blote voeten,
ze zijn de hele dag op straat,
alsof ze nooit eten moeten.

De kinderen uit de Rozenstraat
schijnen zich nooit te verschonen,
ze mogen alles wat ik niet mag.
'k Wou soms wel in de Rozenstraat wonen ...

©Han G. Hoekstra
Uit : Han G. Hoekstra, Het verloren schaap. J.M. Meulenhoff, Amsterdam 1947.
URL naar bron.

zaterdag 16 februari 2013

Over 5 dagen : Elk huis zijn verhaal

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van de Britse dichter Philip Gross in een werkvertaling van Tsead Bruinja. Philip Gross is in Nederland vooral bekend door een roman voor jongeren Het lied van Gail & Fludd

Het Lied van het Huis
Wie zal deze kamers innemen, wie zal de as in mijn haard bijeen harken
zei het huis, wie kan mij opvullen?
Ik, zei de tong van de vlam, ik zal je bijschaven.
Nee, zei het huis, jouw soort liefde zal me afmaken.

Ik, zei de wind, je hoeft maar een dakpannetje
los te laten, ik zal je eens goed luchten,
ik zal je herinneringen weg blazen. Nee, zei het huis
jij zou me louter met gedachten aan jou achterlaten.

Ik, zei de regen, ik zal je strelen, huid op huid,
Ik zal je trakteren op een grijs boeket
van schimmel in elke kamer, ik zal wenen bij elke scheur.
Nee, zei het huis, jij zou mijn kracht weg laten sijpelen.

Ik, zei de aarde, ik heb gewacht, gewacht, je verleid.
met zwaartekracht, een liefde waar als lood,
laat los en laat me je vasthouden. Nee, zei het huis,
niemand staat lachend op van jouw bed.

En toen liep de leegte naar binnen, zonder een woord,
en daarna kwamen wij er wonen, liefste, jij en ik.
Er is een plek in ons die we niet kunnen houden
of krijgen: ramen zonder gordijnen, gehamsterde luchten.

© Philip Gross in een werkvertaling van :© Tsead Bruinja

URL naar bron.

vrijdag 15 februari 2013

Over 6 dagen: Elk huis zijn verhaal

Verhuizing naar Amsterdam
cc J. Schippers


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Net als een week geleden valt de keus op een gedicht van Ted van Lieshout.
Limburglaan 28
Ons huis wil niet meer met ons praten.
De muren kaatsen woorden terug.
Ik zie de schroeven en de gaten
waar zesentwintig spijkers zaten
en waar de klok hing zit een plug.

De muren naakt en bloot de ramen;
ons huis mist haar gordijnen zeer.
Het staat zich stilletjes te schamen.
Zelfs bij de deurbel staan de namen
van wie er woonden al niet meer!

Ons oude huis moet ons wel haten.
Natuurlijk weet het dat we gaan.
Luid protesteren zou niet baten;
het zwijgt, terwijl het wordt verlaten,
blijft diep beledigd nabestaan

Ik zwaai nog één keer en blijf buiten,
en zie geen raam dat wuiven wil.
Ons huis blijft ongenaakbaar stil.
Maar ik zie regen op de ruiten,
al staat de zon tot wij verdwijnen
onophoudelijk te schijnen.
© Ted van Lieshout
Uit: Lieshout, Ted van
Mama! Waar heb jij het geluk gelaten?

URL van de bron.

donderdag 14 februari 2013

Over 7 dagen: Elk huis zijn verhaal

Klimop
cc jaydot

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Aan het begin van de tweede week een gedicht van Annie M.G. Schmidt
Mijn oom en tante in Laren
Ik heb een tante en een oom,
die zitten in een eikenboom,
een eikenboom in Laren.
Ze hebben zelf, van eikenhout,
Daar in de boom een huis gebouwd,
ze wonen er al jaren.

Daar slapen ze dan en daar eten ze dan.
’t Is erg gezellig, dáár niet van,
zo vrij aan alle kanten!
Ze hebben geen buren met radio,
maar tante vindt het maar zo-zo.
Het is zo hoog, zegt tante.

Zij is nooit echt op haar gemak.
De kinderwagen hangt aan ’n tak
en dat is wel bezwaarlijk.
Ze zegt ook telkens tegen oom:
‘k Wil liever in een lagere boom,
hier is ’t me te gevaarlijk.

Maar dan zegt oom: Och kom, och kom!
Een lagere boom? Wél nee, waarom?
We hebben hier alle gemakken.
De kinderen willen toch ook niet weg?
Het is nogal niet heerlijk, zeg,
dat klauteren in die takken!

Vind jij het net een vogelkooi?
Het uitzicht is toch prachtig mooi!
Jij moet ook altijd vitten.
En tante zegt: Nou ja, affijn,
Als jij het zegt, zal ’t wel zo zijn,
Dan blijven we hier maar zitten.

Dus woont mijn tante en mijn oom
Nog steeds daar in die eikenboom
Ze zijn er erg tevreden.
Mijn oom haalt brood en komt weer thuis.
De kinderen klauteren rondom het huis
en nóóit valt er een naar beneden.

©Annie M.G. Schmidt
Uit: Ziezo
URL van bron.

woensdag 13 februari 2013

Over 8 dagen: Elk huis zijn verhaal


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van Willem Wilmink
In een ander huis

Slapen gaan kan moeilijk zijn
in een ander huis.
in een ander huis.
Wakker worden, dat is fijn
in een ander huis:

want waar was dat raam ook weer
van dat and’re huis,
van dat and’re huis,
en waar is de kamerdeur
van dat and’re huis?

©Willem Wilmink
Uit: Ik snap het
URL van bron.

dinsdag 12 februari 2013

Over 9 dagen: Elk huis zijn verhaal

horizon
ccjnthnhys

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van J.J. Slauerhoff, de dichter, die nergens rust vond.
Woningloze.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak
Voor de eigenhaard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door de stormwind meegenomen.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat vóór de nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee 'k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.

©J.J. Slauerhoff
URL naar bron.

maandag 11 februari 2013

Over 10 dagen: Elk huis zijn verhaal

Schoonmaken van huis aan de Amsterdamse Spiegelgracht / Cleaning a house on the Spiegelgracht canal in Amsterdam
cc Nationaal archief

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van de in Alphen geboren dichter J.C. Bloem.
De Dapperstraat.
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De’ in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
©J.C. Bloem

URL naar bron.
Het gedicht is ook vertaald in het Engels.

zondag 10 februari 2013

Straks elk huis zijn verhaal, maar nu even niet



Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd op elke werkdag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Op deze schitterende zondag een intermezzo:
Winterdorp
Het is een dorp
Niet ver van hier
Een boerendorp
Aan een rivier
Het is niet groot
En vrij obscuur
Maar 't heeft een naam
En een bestuur
Er is een school
Een harmonie
Een bankfiliaal
Een kerk of drie
Een communist
Een zonderling
En zelfs een zang-
vereniging

Nu is 't er stil
't Is wintertijd
Er heerst de griep
En knorrigheid
De dag is kort
De hemel grauw
En pas maar op
Je vat nog kou

Drs. P.
Uit: 'Tante Constance en Tante Mathilde'
Liedteksten van Drs. P.,
Nijgh & Van Ditmar 1999.
URL naar bron.

zaterdag 9 februari 2013

Over 12 dagen: Elk huis zijn verhaal

Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.
Op dag 3 een gedicht van Miriam van Hee
©gha
tekening
tenslotte willen wij steeds opnieuw
hetzelfde zien: een huis tussen de bomen
zoals kinderen het onvermoeibaar
tekenen: een raam, een deur, een leien dak
en achter het raam een familie en laten we
vooral de schoorsteen niet vergeten
waar rook komt uitgekringeld
op de lege plekken komen bergen
hier en daar een vogel
en sneeuw misschien waardoor
het binnen warmer wordt

we zijn niet gauw tevreden
op een nieuw blad, in het midden
weer dat huis tussen de bomen, een raam
een deur, een leien dak en
de draden van de telefoon, doen we die
of toch maar niet?

©Miriam Van Hee
uit: 'Vrouwen dichten anders', 2000.
URL naar bron.

vrijdag 8 februari 2013

Over 13 dagen: Elk huis zijn verhaal.


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Vandaag een gedicht van Ted van Lieshout:
Thuis
Het hoeft geen muur te zijn
met ruit en dak.
Het mag van hout
of rots
of klei
of blad
of ijs.
Een boot op het water
Ja, een wagen op reis
Een hutje mag.
een hol of een paleis.
Een schelp van slak,
een nest op een tak.
In Paramaribo
of Praag
of in Parijs

Als er maar iemand is
die roept: Kom thuis!
Ik zal het wel verstaan.
Elke taal bedoelt hetzelfde huis.

©Ted van Lieshout
Uit: Multiple choice
URL naar de bron.

donderdag 7 februari 2013

Over 14 dagen: Elk huis zijn verhaal.


©C. van Berkel


Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, is hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen onder het motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.

Judith Herzberg bijt het spits af met:
Alleen in een klein huis kan je
behoorlijk denken
de muren zijn dichtbij genoeg
weren de regen met gesneden voegen
die regen moet je kunnen horen
het dak lekt op bekende plekken
daar heb je plastic neergelegd
emmers gezet, als er een raam is
zelfs een plant, alleen
in een klein huis
kan je behoorlijk denken.

© Judith Herzberg
Uit: Zoals, Amsterdam 1992



woensdag 6 februari 2013

Elk huis zijn verhaal: de proloog















Op 21 februari 2013 is de startbijeenkomst van het project Elk huis zijn verhaal
Om alvast in de stemming te komen, zal hier tot die tijd elke dag een gedicht van een gerenommeerd auteur te lezen zijn. De gedichtenreeks heeft als motto:
Binnenkort elk huis zijn verhaal, maar nu eerst een gedicht.
Vandaag, op de laatste dag van de poëzieweek, de proloog met een gedicht over wonen.
Hoe je kunt wonen.

Hoe kan dat, hoe kan dat,
snap jij dat misschien:
toen Lena ging slapen
heeft ze huizen gezien,
en toen werd ze wakker
en keek wat er was:
er waren geen huizen,
maar sloten en gras.

‘Ik snap het: ze woont
op een boot, volgens mij.
Daar woont ze, daar slaapt ze,
zo vaart ze voorbij.’

En dat dan, en dat dan,
wat grappig is dat:
er woont een Martine
hoog boven de stad.
Op straat zijn de mensen
als muggen zo klein.
de autootjes lijken
van speelgoed te zijn.

‘Ik snap het: ze woont
15-hoog in een flat,
en tussen de wolken
ligt zij in haar bed.’

Kun jij begrijpen
hoe dit kan bestaan:
Jan woont in een woning
met wielen eraan.
Soms ligt hij te dromen,
zo stil op een oor,
dan gaat zijn mooi huisje
er met hem vandoor.

‘Ik snap het: hij woont
in een woonwagenkamp,
met boven zijn bedje
een woonwagenkamp.’

©Willem Wilmink
Uit: Ik snap het
URL naar bron.